Atelier Dijkman stelt zich tot doel een stedenbouw te ontwikkelen die recht doet aan de menselijke natuur.
![]() Onze natuurlijk situatie bestaat uit zes typen situaties. Elke type levert zijn eigen sfeer. Als we zes type situaties in een plan onderbrengen krijgen we een divers leefgebied. Deze omgeving is niet spectaculair maar juist ongedwongen, het is een omgeving met 'natuurlijk trekjes'. Door de overwogen diversiteit voelen we ons ongemerkt thuis. VOORWOORD uit 'Nieuwbouw en SfeerIn 1800 werd de aarde bevolkt door 1 miljard mensen. In 1920 zaten we op 2 miljard en in 1960 op 3 miljard. Inmiddels zitten we dik over de 6 miljard. Terwijl er mensen bij komen wordt het platteland verlaten. Vanaf 2007 woont de meerderheid van de wereldbevolking in steden. Nederland lijkt de wereld in het klein. De bevolkingsdruk is groot, er ligt een enorme bouwopgave. Tegelijkertijd hebben we - hoe vreemd het ook moge klinken - een landoverschot. Boeren beëindigen hun bedrijf. De grond wordt geclaimd door voorvechters van `natuur', door de waterschappen, en door woningzoekenden en bedrijven. Waar plannen we de nieuwbouw? We kunnen bestaande steden en dorpen uitbreiden. We zouden ook nieuwe dorpen kunnen stichten, of clusters van dorpen, of kleine landschappelijke steden. Welke beslissing de politiek ook neemt, bij alle oplossingen duikt hetzelfde probleem op: sfeer. Neem de kaart van Nederland en knip de oude stedelijke gebieden eruit. Bekijk de overgebleven bouw. Wat vindt u van de sfeer? Er mist iets. Nieuwbouw kan moeilijk zonder oudbouw. Almere en Lelystad proberen moedig `sfeervol' te worden zonder moederstad - een hele klus - maar andere moderne uitbreidingswijken hangen als een kind aan moeders oude rok. Deels is deze afhankelijkheid opzettelijk, het is eenvoudigweg gepland: de moederstad is het kloppend hart, de uitbreiding leeft mee. Maar naast deze `technische' afhankelijkheid is er ook een gevoelsmatige afhankelijkheid. Nieuwbouw zonder oudbouw voelt verweesd. De nieuwbouw wordt op een of andere manier niet ervaren als een volledig, ieder aspect van het leven dienend `thuis'. Woners en werkers zijn vaak tevreden over hun eigen onderkomen, maar ze hebben moeite met de sfeer van het totaal. Ook zouden nieuwbouwprojecten te weinig bijdragen aan de levendigheid en het karakter van Nederland als geheel. Nederland is een beetje VINEX-moe. En toch zullen we nog heel veel moeten bouwen. Zijn er strategieën denkbaar die een leefomgeving opleveren zonder VINEX-gevoel? Is het mogelijk om nieuwbouw te ontwerpen die Nederland aanvult, nieuwbouw die wellicht zelfs passie oproept? Hoe krijgen we de juiste sfeer? Dit boek zoekt naar oplossingen. U wordt langs vele sferen geleid. We bekijken waar sfeer uit bestaat, en hoe iets softs als leefklimaat keihard te manipuleren valt. Welke sferen heeft de mens van nature nodig? We zoeken een recept voor `ongedwongen nieuwbouw': de nederzetting die ervaren wordt als een logische, natuurlijke plek om te wonen en werken, zonder te parasiteren op een oude kern. `Sfeer neerzetten' is eigenlijk niets bijzonders, het gebeurt al eeuwen - achterin vindt u een overzicht. Het is de moderne tijdgeest die sfeer gebagatelliseerd en zelfs geridiculiseerd heeft. Het `rationalisme' van de 20e eeuw heeft eigen ratio overschat. Nu zoeken stedenbouwers naar nieuwe sferen. Dit traktaat is een bijdrage. De kiem van de vooruitgang is de hypothese. Welnu, van kaft tot kaft, u hoeft zich niet te vervelen. Kort fragment uit 'NIEUWBOUW en SFEER'Onze natuurlijke omgeving bestaat uit zes typen situaties. Als we deze zes situaties opnemen in een nieuwbouwproject creëren we een omgeving met natuurlijke trekjes. De nieuwbouw is de schaduw van onze evolutionaire omstandigheden. De verscheidenheid aan gebieden sluit aan bij het levensbeeld van de bewoners, en biedt een podium voor divers gedrag. Dit soort nieuwbouw is niet spectaculair maar `ongedwongen'. Door de diversiteit voelen we ons ongemerkt thuis. We zien samenwerking (Dialoog), maar er wordt ook geruzied (Strijd). Hier en daar zijn eigenzinnige, afgeschermde ruimten (Autonomie), er is dramatische gelatenheid (Lot) en ook het verstilde hoogstaande (God) krijgt een plekje. Het ontwerp is dus een constructie van zes verschillende werelden.
Recensie Nederlandse Bibliotheekdienst: Nieuwbouw en sfeer: handboek voor architectonische sferen In dit boek verkent Dijkman, architect/filosoof, de samenhang tussen architectuur (gebouw en gebouwde omgeving) enerzijds en de mentaliteit, emotie en sfeer anderzijds. Sfeer is onmisbaar om een gemeenschap te vestigen. Hij legt uit hoe sfeer tot stand kan komen. Aan de hand van voorbeelden, vroeger (vanaf de Oudheid) en nu (m.n. in de VS, Engeland en Nederland) legt hij uit welke oplossingen zijn bedacht en draagt hij bouwstenen aan voor het scheppen van een sfeer waarin mensen zich thuis voelen. Volgens hem is door de formalisering van onze bouwcultuur en de modernistische aanpak de leefomgeving verschraald. Hij pleit dan ook voor de nieuw-traditionalistische aanpak (bv. in Brandevoort) waarbij diversiteit en respect voor het verleden sleutelwoorden zijn. In kaderteksten komen o.a. aan bod: Vitruvius, de architect Krier, inbreng van bewoners. Het boek is aantrekkelijk vormgegeven met veel kleurenfoto's. Met literatuurlijst. Door de losse journalistieke schrijfstijl niet alleen interessant voor architecten, maar voor een breed publiek. (NBD|Biblion recensie, Drs. C.J.M. Schulte-van Wersch) |